Jacob van Maerlant, de vader van alle Dietsche schrijvers, werd rond 1235 geboren in het Brugse Vrije (gebied rond Brugge dat in de Middeleeuwen onder het gezag van de stad Brugge viel).

Over zijn levensloop is weinig met zekerheid bekend.  Hij zou zich eerst gevestigd hebben op Oost-Voorne (een eiland in Zeeland), waar hij als koster koster werkte en in opdracht van Hollandse edellieden een groot deel van zijn oeuvre schreef.  Zeker is wel dat Jacob van Maerlant rond 1266 naar Damme kwam en er schepenklerk werd.  In Damme zette hij zijn werk verder en schreef er talrijke meesterwerken.  Hij stierf te Damme (rond 1293) en werd er ook begraven.  Kort na zijn dood reeds werden zijn werken in het Frans en Latijn vertaald, wat de belangrijkheid ervan bewijst.  In de 18de eeuw kwamen vele van zijn werken opnieuw uit in drukvorm.

Het oeuvre van van Maerlant kenmerkt zich door de grote diversiteit aan soorten werken en door het feit dat hij ze schreef in zijn eigen taal, het Diets, en daarmee een algemene taal invoerde tussen al de gekende dialecten uit de streek.  Aanvankelijk schreef hij voornamelijk ridderromans, later kwamen daar ook encyclopediën met natuurkundig werk bij.  Verder schreef hij ook geschiedkundige werken, "strofische gedichten", enz. 

Meer over het leven en de werken van deze grote schrijver kunt u vinden in het Literair Museum in Huyze de Grote Sterre, waar tevens de Dienst voor Toerisme is gevestigd.  Het standbeeld van de schrijver staat op het marktplein in Damme, er is ook een straat naar hem genoemd en één van de bekendste restaurants van Damme draagt zijn naam.